Wat is spint?
De kasspintmijt (Tetranychus urticae) is een plaag die over de hele wereld op veel gewassen wordt aangetroffen. Ondanks hun kleine formaat kunnen ze door hun grote voortplantingscapaciteit in korte tijd enorm veel schade aanrichten. Wereldwijd zijn er meer dan 1.200 soorten, waarvan er veel regelmatig schade toebrengen in de land- en tuinbouw. Kasspint (Tetranychus urticae) is verreweg de belangrijkste plaagsoort in de kas en vele buitenteelten.
Levenscyclus van de spint
De kasspintmijt is klein en heeft acht poten. Volwassen vrouwtjes zijn ongeveer 0,5 mm lang. Ze hebben een ovaal lichaam dat afgerond is aan de achterkant. Hun kleur kan variëren van oranje, lichtgeel of lichtgroen, tot donkergroen, rood, bruin of bijna zwart.
De mannetjes zijn kleiner en actiever dan de vrouwtjes, met een lichaam dat smaller is en meer puntig aan de achterkant. De kleur is zeer variabel: van lichtgeel of oranje tot donkergeel of bruin. De kleur van de volwassen dieren hangt vaak af van het gewas waarin ze voorkomen (bijvoorbeeld op komkommers zijn ze vaak geelbruin, op tomaten zijn ze voornamelijk roodbruin).
Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben meestal twee grote zwarte vlekken. De vlekken kunnen variëren in vorm en grootte. De rode ogen zijn in alle stadia te zien.
Spint herkennen
Spint kan worden geïdentificeerd aan de hand van de volgende kenmerken:
- Grootte en vorm: Spintmijten zijn piepklein, volwassen exemplaren zijn ongeveer 0,5 mm lang. Ze hebben een ovaalvormig lichaam met acht poten, wat ze onderscheidt van insecten met zes poten.
- Kleur: Spint kan verschillende kleuren hebben, waaronder groen, geel, rood, bruin of zwart. Kasspint heeft twee grote donkere vlekken op het lichaam.
- Beweging: Spint beweegt langzaam en heeft de neiging zich te groeperen aan de onderkant van bladeren, waar ze zich voeden met plantensap. Ze maken fijne webben over het aangetaste gebied.
- Schade: Spint kan schade aan bladeren veroorzaken door de plantencellen te doorboren en de inhoud eruit te zuigen. Dit kan leiden tot vergeling, vlekken of bruinverkleuring van de bladeren. Ernstige aantastingen kunnen ervoor zorgen dat de bladeren verdrogen en van de plant vallen.
Schade door spint
Zowel larven, nimfen als adulten van spint veroorzaken schade aan de plant doordat ze zich met plantensappen voeden. Spint bevindt zich voornamelijk aan de onderzijde van de bladeren, waar ze de plantencellen aanprikken en leegzuigen. Deze cellen kleuren dan geel en bij veel planten is de spintaantasting aan de bovenkant van de bladeren te zien als kleine, gele puntjes. De schade aan de cellen leidt tot een afname van de fotosynthese en een toename van de transpiratie. De groei van de plant neemt af. Op een gegeven moment worden bladeren volledig geel. Naarmate er meer celsap wordt geconsumeerd, kan het blad en uiteindelijk de hele plant afsterven. Als bij tomaat en komkommer slechts ongeveer 30% van het bladoppervlak beschadigd is, kunnen er al oogstverliezen optreden. Ook produceren de nimfen en de adulten spinsel. Bij grote aantallen spintmijt raken de planten zelfs volledig bedekt met webben waarin het kan krioelen van de mijten. De vlekjes op de bladeren en de webben veroorzaken schade aan het uiterlijk van de gewassen. Dit vormt met name een probleem in de sierteelt.
Schade door spint
Spint voorkomen
Het voorkomen van spint in je gewas omvat verschillende strategieën. Ten eerste is het belangrijk om de planten gezond te houden door regelmatig te irrigeren en te bemesten, omdat gestreste planten vatbaarder zijn voor spintplagen. Zorg er daarnaast voor dat er geen spint in je kas kan komen door hygiënische maatregelen te nemen. Bovendien is het essentieel om je gewas regelmatig te controleren op tekenen van spint, zodat je een plaag vroeg kunt ontdekken en actie kunt ondernemen. Dit kun je doen door de planten visueel te scouten.
Tot slot kan het inzetten van biologische bestrijders zoals roofmijten een effectieve preventieve maatregel zijn, omdat deze natuurlijke vijanden kunnen helpen om de spintpopulaties onder controle te houden. Vooral roofmijten in zakjes zijn een goede preventieve maatregel, omdat de zakjes een continue aanvoer van roofmijten mogelijk maken, zelfs voordat de plaag aanwezig is.