Categorie: Artikel
Publicatiedatum: april 11, 2017

Omgekeerde aanpak houdt bladluizen in paprika eronder

“We worden niet meer verrast door een plotselinge luizenplaag. De galmug geeft rust en zekerheid.”

Een omgekeerde aanpak. Zo kun je de manier noemen waarop paprikaproducent Growers BV de bladluizen bestrijdt. De onderneming geeft de galmug Aphidoletes aphidimyza de hoofdrol. Met sterke resultaten die tot de verbeelding spreken. “Wij zijn dik tevreden met de nieuwe werkwijze.”

Bladluizen zijn vanouds een grote bedreiging in de teelt van paprika’s. De bestrijders van luizen hebben een bovenmatig groot aandeel in de kostprijs van de biologie, vergeleken met de bestrijders die spint, trips en witte vlieg moeten aanpakken. Maar nu steeds meer chemische middelen hun werking verliezen of slechts beperkt mogen worden gebruikt, komt het voor paprikatelers nog sterker aan op een effectieve, biologische aanpak.

Explosieve vermeerdering

Tot voor kort was de werkwijze als volgt: de bestrijding startte met Ervibank bankerplanten met daarop de sluipwespen Aphidius colemani (Aphipar) en Aphelinus abdominalis (Aphilin), of met het preventief uitzetten van Aphidius colemani. Pas daarna stuurden telers ook de galmug Aphidoletes aphidimyza (Aphidend) het gewas in. De Aphipar sluipwespen zijn echter gevoelig voor hyperparasitering. Voor het alternatief, Aphelinus abdominalis, geldt hetzelfde. Een tweede probleem is dat luizen zich vaak explosief vermeerderen. Als de teler een besmetting constateert, moet hij de sluipwespen bestellen. Voordat die in het aangetaste gewas hun populatie hebben gevestigd, is hij alweer een week verder - en kan de luizenplaag al helemaal uit de hand zijn gelopen.

Een omgekeerde werkwijze

Zou het andersom ook kunnen, vroeg entomoloog Jeroen van Schelt van Koppert zich af: eerst preventief de galmug in het gewas, daarna Aphidius erbij? Een onderzoek in 2015 liet veelbelovende resultaten zien. Vanaf week 6 werden bij een paprikateler iedere twee weken twee galmuggen per vierkante meter uitgezet. Daarna werden constant eieren van de galmug teruggevonden. Het gewas bleef 20 weken goed schoon. Growers BV past de nieuwe werkwijze toe. De onderneming heeft de hoofdvestiging aan de Steelhovensedijk in Made. Deze is ruim 14 hectare groot. Daarnaast zijn er 14 andere vestigingen in het Westland en bij Steenbergen. Bij elkaar teelt het bedrijf op ongeveer 55 hectare. Paprika’s zijn de belangrijkste teelt, maar Growers BV produceert ook pepers en jalapeno’s.

Rust en zekerheid

In alle vestigingen van Growers BV zijn de ervaringen met de nieuwe aanpak goed. Teeltmanager Aad Hendriks daarover: “Wij hebben hetzelfde probleem als alle andere paprikatelers: als er een luizenplaag uitbreekt, moet je meteen alle zeilen bijzetten en is een goed bestrijdingsresultaat niet gegarandeerd. Nogal eens ben je te laat.” De nieuwe werkwijze bevalt hem beter. “We zetten nu al enkele weken na de start van een nieuwe teelt de galmug in, dus lang voordat wij de eerste luizen kunnen verwachten. De galmug bouwt dan zijn populatie op. Als de luizen komen, hebben wij een sterk leger bestrijders in het gewas.” Omdat de galmug een specialist is, valt zijn populatie weg als er geen luizen zijn. Daarom moet de teler de galmug blijven bijzetten. “Maar daar staat winst tegenover: we staan immers niet meer met lege handen als er opeens een invlieg van luizen is. Integendeel: de galmug pakt ze aan, dat geeft rust en zekerheid. Als ik nu bladluizen zie, zie ik daaromheen ook altijd galmuggen. Een ander voordeel is dat ik nu bespaar op de kosten van bankerplanten. Dat geld steek ik dan liever in Aphidend.”

Geen resistenties

De galmug kan het overigens niet in zijn eentje, aldus Aad. “Hij is vooral goed in het bestrijden van haarden, terwijl sluipwespen juist ook de solitaire luizen zoeken en aanprikken. De sluipwespen hebben we dus ook nodig. Zij voorkomen dat er nieuwe haarden ontstaan.” Op deze manier weet Growers BV tot eind juni de luizen er goed onder te houden. Als daarna een luizenplaag uit de hand dreigt te lopen, gebruikt Hendriks Plenum. “Maar daar heb ik dan wel meer effect van. De luizen hebben immers geen resistenties kunnen opbouwen. De nieuwe werkwijze brengt ons dus op verschillende manieren voordeel. Wij zijn er dik tevreden over.”