Categorie: Artikel
Publicatiedatum: april 11, 2017

Tomaten galmijt, Koppert zoekt de vijand van de vijand

De problemen die de tomatengalmijt veroorzaakt, zijn ernstiger dan ooit. Chemische middelen bieden nauwelijks soelaas en een effectieve biologische aanpak is er nog niet. Koppert werkt op verschillende fronten hard aan de ontwikkeling van een goede remedie tegen een hele lastige jongen.

De tomatengalmijt (ook wel tomatenroestmijt genoemd) is er altijd al geweest. Maar niet eerder waren de problemen met deze plaagmijt zo groot. Daar zijn redenen voor. Zo is er op steeds meer tomatenbedrijven een jaarrondteelt met behulp van kunstlicht. Daardoor is er vrijwel geen moment waarop een bedrijf helemaal leeg is en ontsmet kan worden. Daarnaast is hij steeds vaker resistent tegen de geijkte chemische middelen. Bovendien leeft hij op zowel het blad als de stengel; de stengel is bij een bespuiting (zeker als de stengels als een bundel over elkaar liggen) nooit honderd procent rondom te raken. Zo kan hij toch ontsnappen.

Een exploderende populatie

De verspreiding van de tomatengalmijt van een aangetaste plant naar buurplanten lijkt traag te verlopen, alsof de plant eerst weerstand weet te bieden. Is de plant eenmaal besmet en verzwakt, dan verdubbelt de populatie van de tomatengalmijt zich al gauw elke drie tot vier dagen. Kortom, hij explodeert op de zieke plant en is niet meer goed te remmen. Bemoeilijkend is ook dat de tomatengalmijt met het blote oog niet te zien is. Pas als de schade die hij veroorzaakt zichtbaar is (bruinverkleuring van stengel en blad en daarna verdroging), is duidelijk dat hij in het gewas zit. Dan is hij al massaal aanwezig.

Achter de galmijt aan

Bij Koppert zijn de onderzoekers Hans Hoogerbrugge en Yvonne van Houten naarstig op zoek naar een goede bestrijdingsmethode voor de tomatengalmijt. Oplossingen liggen nog niet voor het oprapen. Hans Hoogerbrugge: "Roofmijten zijn heel goede predatoren van de tomatengalmijt. Maar een tomatengewas is met zijn stugge en kleverige haren aan de stengel en het blad niet bepaald hun favoriete habitat. En juist tussen die haren kan de tomatengalmijt zich verstoppen." De situatie verandert wanneer de tomatengalmijt in grote aantallen aanwezig is. De klierharen die de roofmijten belemmeren, verdrogen dan en vallen om waardoor de roofmijt vrij baan krijgt om zijn prooi te benaderen. Maar een deel van de populatie galmijten zit dan al verderop op de stengel weer veilig tussen de klierharen. "De roofmijten lopen dus letterlijk achter de galmijt aan, zonder dat ze de kans hebben om hem echt aan te pakken en op te ruimen."

Limonica de allerbeste

V.l.n.r. van Houten, van Schaik, en Hoogerbrugge

Ondanks hun beperkingen in een tomatengewas zal een remedie waarschijnlijk toch van de roofmijten moeten komen. Kopperts afdeling R&D onderzocht daarom alle beschikbare roofmijten op hun werking tegen de tomatengalmijt. Yvonne van Houten daarover: "Alle roofmijten vreten de tomatengalmijt, maar met hun omvang hebben ze allemaal hinder van het harige en plakkerige tomatengewas." Uit het vergelijkend onderzoek kwam Amblydromalus limonicus - productnaam Limonica - als beste naar voren. "Hij heeft op het moment de allerbeste papieren, maar is nog niet in staat de tomatengalmijt afdoende te bestrijden", aldus de twee onderzoekers.

Andere paarden

Koppert bekijkt daarom of de effectiviteit van Limonica kan worden opgevoerd. De methode van uitzetten kan een mogelijkheid zijn. Nu wordt de roofmijt met behulp van kokers uitgezet. Een introductie in het gewas met behulp van slow release kweekzakjes (en dus long duration, zoals bij Swirski-Mite LD) maakt de roofmijt wellicht effectiever tegen de tomatengalmijt. Koppert wedt ook op andere paarden. "Zo kan het bijvoeren van de roofmijt een mogelijkheid zijn", aldus Hans Hoogerbrugge. "Ook kijken we naar een aanpak met microbiële middelen, en dus ook naar combinaties van bestrijders en microbials."

Een sterker systeem

Yvonne van Houten: "Alles bij elkaar is er nog een flinke weg te gaan. Maar we werken aan een systeem dat sterker is, waarmee de teler zijn gewas dus goed tegen de galmijt kan beschermen, en waarbij het opgebouwde biologische systeem intact blijft." Dat systeem wordt dan door de toevoeging van roofmijten nog sterker doordat Limonica ook plagen als witte vlieg, trips en spint bestrijdt.